Aan het woord

Dit artikel hoort bij: Panorama Nederland in de Praktijk 3: Rentmeesterschap

‘Excellente resultaten kan je organiseren’

Foto Kees Hummel

Architectuurhistoricus Marinke Steenhuis houdt partijen spiegel voor

Grote rijksprojecten kunnen slagen, maar ook ontsporen. Dat is vaak geen onwil, maar gebrek aan inzicht in de verwachtingen van de deelnemende partijen. Of een blinde vlek voor wat het project echt inhoudt. Dat ziet Marinke Steenhuis keer op keer gebeuren. Voor het College van Rijkadviseurs schrijft de architectuurhistoricus een essay over over de rol van het Rijk. ‘Excellente resultaten kan je organiseren, ook in deze tijd. Je moet het alleen wíllen.’

Uw inzichten verschijnen in een essay speciaal voor het College van Rijksadviseurs. Wat was het doel van het essay? 

'Het College van Rijkadviseurs  stelt terecht de vraag hoe een compacte overheid beslissend kan zijn in het toevoegen van kwaliteit aan grote ruimtelijke projecten en opgaves waar het Rijk een kernrol heeft. Een compacte overheid hoeft geen stille overheid te zijn – met regie nemen op het juiste niveau, met soms overzichtelijke maar scherpe interventies, kan heel veel worden bereikt.

Het essay is bedoeld om aan de hand van vier grote rijksprojecten te tonen dat complexe opgaven ook in een gedecentraliseerd model van ruimtelijke ordening, met een grote rol voor marktpartijen en in een diffuus politiek- en beleidslandschap, kans van slagen hebben. Werken aan het landschap is een culturele opgave, die over de eeuwen in de natte delta tot een fenomenale gelaagdheid en stapeling van functies heeft geleid.'

Katwijk
Eén van de rijksprojecten die Marinke Steenhuis analyseert in haar essay is Kustwerk Katwijk. Tussen oktober 2013 en februari 2015 is de kust bij Katwijk versterkt met een Dijk-in-Duin. Tussen de dijk en de Boulevard is een ondergrondse parkeergarage gebouwd. Tegelijkertijd is het duingebied verbreed en opnieuw ingericht. Foto: Rob Poelenjee.

Welke conclusies kunt u trekken?

'Ik heb voor dit essay vier projecten geanalyseerd op hun succesfactoren: het programma Ruimte voor de Rivier, station Rotterdam Centraal, Kustwerk Katwijk en de ondertunneling van de A2 in Maastricht. Deze vier projecten, waarvan het Rijk de aanjager was, laten zien dat elk project een vaste reeks elementen en succesfactoren kent. Het gaat dan bijvoorbeeld om eigenschappen als urgentie, eigenaarschap, werkcultuur, kwaliteitsborging, lokale identiteit, participatie en communicatie.

Kennis is ook zo´n belangrijke eigenschap van een succesvol project. Kennis geeft comfort, trots, inzicht en levert een inhoudelijke hefboom als dat nodig is. Geheugen en verinnerlijking van het gebied zijn daarbij cruciaal. Wanneer de civiele kennis, de financiële kennis, de ontwerpkennis in één proces wordt samengebracht met de lokale kennis ontstaat een eindeloos potentieel. Van de Deltadienst tot Almere, van de ruilverkavelingen tot de waterstaat, steeds heeft het Rijk in deze projecten kennis centraal gesteld. Dat die kennis nu niet louter meer bij het Rijk wordt vergaard, doet daar niets aan af.

Wat ook duidelijk wordt uit de analyse van deze succesvolle projecten, dan is het dat een team met een familiegevoel bergen kan verzetten. Als er één ding opvalt aan het bijna vijftien jaar durende project A2 Maastricht, dan is het familiegevoel dat, ook nu de grote werkzaamheden zijn voltooid, nog altijd voelbaar is. Het is makkelijk om hier schamper op te reageren, maar nog altijd wordt de sociale factor in dergelijke teams onderschat.'

“Je gaat met een nieuwe weg of nieuw gebouw niet alleen de leefomgeving veranderen, maar ook de samenleving ter plekke.”

U hebt veel ervaring met grote rijksprojecten. Wat doet een architectuurhistoricus bij overleggen over grote projecten?

‘Duiden. Ik zie mijzelf als cultuurhistorisch duider. Ik probeer altijd achter de opgave te kijken en het unieke, het eigene te achterhalen, zowel in het landschap als in de mensen. Ik zie door de jaren heen wat goed gaat en wat misgaat in de ruimtelijke ordening. Als verbinder denk ik mee bij projecten, vaak vanaf het begin.'

Weten we vaak te weinig van een plek die we gaan veranderen?

‘Absoluut. Je gaat met een nieuwe weg of nieuw gebouw niet alleen de leefomgeving veranderen, maar ook de samenleving ter plekke. Niet alle deelnemende partijen zijn daarmee bezig. Je hebt spreadsheetdenkers en verhalenvertellers. Je hebt ze allebei nodig. De betekenis van een plek en van een gemeenschap doen ertoe. Bij de start van iets nieuws moet je vooraf ook de tijd nemen om te achterhalen wat iedereen beweegt, wat iedereen gaat doen en wat het gemeenschappelijke doel is. Als je weet wat je met elkaar deelt dan krijg je als team comfort, trots en inzicht in je proces.’

Is het een vorm van luxe om een project zo te starten?        

‘Nee! Zeker niet! Het gaat om kwaliteit, dat is wat anders dan luxe. Luxe is tijdelijk, kwaliteit is tijdloos. Kwaliteit kost geen geld, je wint er geld mee. Een consortium van grote aannemers bijvoorbeeld kijkt naar de spreadsheet en denkt vanaf het begin aan posten waar ze op kunnen bezuinigen. Maar het gaat bij veranderingen in een stad ook om dat andere, om de gemeenschap, het vestigingsklimaat bijvoorbeeld of de waarde voor toeristen. Kwaliteit maak en betaal je samen.’

Alle betrokkenen zijn een soort rentmeesters?

‘Rentmeesterschap is als begrip in de tuttige hoek geduwd. Maar in het woordenboek staat iets als: ‘je beheert goederen op de beste manier’. Wat ik vooral wil is een einde aan dat ‘wij-zij-denken’. Een groot project is geen strijd, maar je ziet toch vaak dat partijen in een vechtmodus staan. Ik snap nooit zo goed dat mensen thuis liefdevol een broodtrommeltje voor hun kinderen vullen en een uur later in een overleg veranderen in een soort roofdier. Ik dring erop aan dat mensen hun eigen overtuigingen ter discussie willen stellen. Je kunt rentmeesterschap van de overheid ook opvatten als duidelijkheid over wat je wel en niet doet.’

“Succesvolle projecten kennen eenzelfde reeks van eigenschappen, altijd een combinatie van een meetbaar doel en een verbindend ideaal.”

Bent u optimistisch voor de toekomst van de ruimtelijke ordening?

‘Jawel, er is al een kanteling gaande. Er wordt gezocht naar meer centrale sturing en meer samenwerking in de ruimtelijke ordening. Het is aan de overheid om alles samen te brengen en de publieke zaak te definiëren. Het zou goed zijn om de betekenis van een plek, materieel en immaterieel, daadwerkelijk te koppelen aan de veranderopgaven. Als ruimtelijke kwaliteit onderhandelbaar wordt, en als dat doorschiet, zitten volgende generaties met de gevolgen opgescheept."

Marinke Steenhuis

Dr. Marinke Steenhuis (1971) is partner bij bureau Steenhuismeurs dat actuele ruimtelijke opgaven voorziet van een cultuurhistorisch fundament. Zo zit o.a. in het kwaliteitsteam voor de Afsluitdijk en maakte deel uit van de selectiecommissie voor de verkoop van Paleis Soestdijk.’Ze vindt graag woorden voor een gezamenlijk lokaal verlangen. Steenhuis’ essay ‘Het Rijk als rentmeester’, geschreven in opdracht van het College van Rijksadviseurs, verschijnt in september 2020.