Tekst Saskia Naafs
Foto Rufus de Vries

‘Neem bewoners serieus, maar geef ook tegengas.’

Wil je bewoners betrekken bij veranderingen in de wijk, sluit dan vooral aan bij de sociale netwerken die er al zijn, zegt Monique Kremer, bijzonder hoogleraar actief burgerschap. En neem bewoners serieus, voedt ze met informatie, maar geef ook tegengas, indien nodig.

Monique Kremer

Monique Kremer is bijzonder hoogleraar actief burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam. Zij bekeek hoe de ontwerpers van Panorama Lokaal bewoners hebben betrokken in hun plannen.

Wat valt je op aan de ontwerpplannen?

‘De plannen zijn vaak ingrijpend. Alles gaat op de schop, wegen worden omgelegd, huizen verbouwd. Zullen bewoners hun wijk nog wel herkennen? Wordt er niet te veel van ze gevraagd? Vergeten ontwerpers niet dat bewoners ook stabiliteit wensen? Door corona en de economische recessie is dit een hele onzekere tijd. Dan is het fijn als sommige dingen, zoals je baan, je huis en je leefomgeving enigszins hetzelfde blijven. De buurt is bovendien belangrijker geworden, nu we meer thuis zijn. Ga dus uit van wat wél goed is in de wijk en zet kleine stapjes. Dat zag ik gelukkig ook terugkomen in de plannen. Eén team stelde, 'wij gaan aan de gang met het pincet', dat vind ik een mooie uitdrukking. Ik vond het ook mooi om te zien hoe ontwerpers veranderingen in de omgeving inzetten om sociale relaties te verbeteren. En waar ik positief verrast over was, waren plannen om de entree van de wijk te verbeteren. Dat doet veel voor het wijkimago, en voor de trots van bewoners.’

Hoe kun je bewoners betrekken bij ingrijpende veranderingen?

‘Je moet goed kijken naar wie er in de wijk wonen, welke netwerken er zijn, wie al actief zijn. Probeer daarbij aan te haken. Koppel liever een wijkinitiatief aan een al bestaande bibliotheek, kringloopwinkel, of basisschool, dan dat je een heel nieuw wijkcentrum bouwt.’
 

Hoe bereik je een bredere groep bewoners dan de ‘usual suspects’?

‘Als je eenmaal weet wie de usual suspects zijn, kun je na gaan denken over wie je verder moet bereiken en hoe je dat kan doen. Zijn het de jongeren, de ouderen, of mensen met een migratie-achtergrond? Waar komen zij bij elkaar? Ik zag in Tilburg een plan waarin goed is nagedacht over hoe bewoners naar hun eigen wijk kijken. Ik zag daar ook foto's van bewoners die me wel representatief leken voor de wijk.’

Wat vind je van de plannen voor wijkfondsen, water- of energiecoöperaties en commons?

‘Ik denk dat eigenaarschap geen voorwaarde hoeft te zijn om je betrokken te voelen bij je leefomgeving. Mensen zijn geïnteresseerd in groen, maar ze hoeven niet het groenbeheer over te nemen. Mensen willen zorgen, maar niet de thuiszorg overnemen. Bovendien vraag je een grote betrokkenheid, waarmee je mensen uitsluit die andere dingen aan hun hoofd hebben, of die al moeite hebben om de huur te betalen. Bied ook lichtere vormen van betrokkenheid aan. Mensen vinden het fijn om samen dingen te doen. Dat kan zoiets simpels zijn als een moestuin onderhouden, samen koken, of een naaiclub. Ik zag een plan voor een wijkwerkcentrum voorbijkomen. Dat is kansrijk, daar kunnen mensen samen dingen doen. Ik ben ook een voorstander voor basisbanen in de wijk.’

“Bied ook lichtere vormen van betrokkenheid aan. Mensen vinden het fijn om samen dingen te doen.”

Haarlem Commons Schalkwijk

Je moet dus inzetten op meerdere manieren om bewoners betrekken?

‘Ja, zorg dat je contacten legt op verschillende plekken in de wijk, aansluit bij verschillende netwerken. En besef: zoveel mensen, zoveel wensen. De een wil een groenstrook om de hond uit te laten, de ander een bloemenzee voor de bijen. De een wil een voetbalveldje voor zijn dochter, de ander associeert zo'n trapveld met overlast. Blijf continu in gesprek met bewoners, luister naar ze, en voed ze met informatie. Neem ze serieus, maar geef ook tegengas.’

“De een wil een groenstrook om de hond uit te laten, de ander een bloemenzee voor de bijen.”

Guda Elswijk

Guda Elswijk: “Daarom ben ik hier gaan wonen.”

“De speelvelden, de groene harten, de oude eiken langs de houtwallen en het Oranjekanaal. Al dat groen, dat is waarom ik in Bargeres ben gaan wonen. Sinds 1986 woon ik hier in hetzelfde huis. Het is een heerlijke omgeving om met mijn hond te wandelen. Ik heb een bordercollie, zo’n schapenhond. Verderop in Emmen drijf ik met mijn hond een kudde van 25 schapen, als hobby. Heel tof.

Ik ben niet zo’n groepsmens, maar ik zorg wel voor mijn omgeving. Ik ben degene die de gemeente belt als er een speeltoestel stuk is, of als honden rond de oude eiken kuilen hebben gegraven, wat heel schadelijk is voor die bomen. Ik ruim het zwerfafval op. Mijn eigen stuk hou ik schoon. Daar krijg ik ook complimentjes voor, maar als ik dan zeg: dat kun je zelf ook doen, antwoorden vooral de jongeren dat daar de afvaldienst voor is.

Ik kan daar slecht tegen, want het is veel mooier als het schoon is. De groenvoorziening gaat achteruit. Door de droogte zijn de planten in de perkjes verdord en de gemeente zaait er gras voor in de plaats, maar daar parkeren mensen hun auto op.

Als enige bewoner heb ik in de jury van de prijsvraag gezeten en ik heb veel leuke ideeën voor de wijk langs zien komen. Ik hoop dat de wijk een beetje opengebroken wordt en dat het groen diverser wordt. Avontuurlijk voor de kinderen. Met greppels langs de achtertuinen zodat het overtollige water na hevige regenval kan worden afgevoerd. En ik ben gek op Tiny Houses, dus ik hoop dat die er komen. Er is zeker vraag naar huizen voor een of twee personen."

Guda Elswijk woont in Bargeres in Emmen en is als jurylid betrokken bij Panorama Lokaal.